![]() Affiche_Jan_Henderikse,VAN_NUL_TOT_NU,Maart-April,2011 |
voor de opening van de derde tentoonstelling in de reeks THE PRESENT IS THE RESULT OF THE PAST op zaterdag 26 maart 2011 17 - 19 uur in LOCUS SOLUS Pourbusstraat 14 Antwerpen Antoon Melissen, co-auteur van de monografie JAN HENDERIKSE ACHEIROPOIETA,( Hatje Cantz, 2010) houdt een inleiding. De kunstenaar is aanwezig De tentoonstelling is te bezichtigen van 17 maart tot 30 april 2011 op vrijdag en zaterdag van 14 - 18 uur. Goede Vrijdag en Paaszaterdag gesloten. franck gribling coordinator. Antoon Melissen (Co-auteur van de monografie Jan Henderikse, Acheiropoieta, ed.HATJE CANTZ 2010)
Jan Henderikse – LOKO
LOCUS SOLUS toont werk van Jan Henderikse, van de late jaren vijftig tot het meest recente werk uit 2011. Assemblages van kurken en zwerfvuil, plastic engelen, onversneden kitsch soms ook, munten op paneel of doek en afgedankte foto’s uit containers van fotolaboratoria: LOKO is een greep uit een veelvormig oeuvre dat lijkt opgebouwd uit schijnbaar arbitraire keuzes voor assemblages of readymades, film, fotografie, kunstenaarsboeken of installatiekunst. Deze veelvormigheid, de schijnbaar achteloze keuze voor zo verschillende media, is echter het resultaat van een consistentie, van een overeenkomstig uitgangspunt dat medium en tijdvak overschrijdt. Henderikse verbindt het Duchampiaanse idee van de readymade met een eindeloze stroom van spullen en dingen, met wat we gebruiken en liefhebben, maar even makkelijk weer weggooien. Henderikse registreert met het scherpe oog van een etnograaf, zijn belangstelling voor het alledaagse is eindeloos en voortdurend. Of, in zijn eigen woorden, “Mij interesseert alles wat de mens beweegt." Voor veel van Jan Henderikses werken van na 1959 speelt de factor keuze een sleutelrol. Kiezen, in de zin van benoemen en toe-eigenen, is vanaf dat moment synoniem aan, of beter gezegd, een volstrekt gelijkwaardige vervanging van ‘maken’. De vroegste assemblages uit 1959, de Bravo-supermarktposters, maar ook de fotowerken met rejects zijn uitdrukkingsvormen van een intensieve en langdurige relatie met het materiaal. Met de overgang aan het eind van de jaren vijftig van schilderstuk naar assemblage en readymade – en met het daarmee verbonden conceptuele aspect, de splitsing van denken en doen, van concipiëren en uitvoeren – heeft Henderikse traditionele definiëringen van medium, smaak, vakmanschap en ambachtelijkheid buitenspel gezet. In 1980, in een limousine op Broadway, spreekt Henderikse over “(...) het kunstwerk van twintig kilometer lang” dat Manhattan diagonaal doorkruist: “Wat het tot kunst maakt, dat ben ik. Deze gediplomeerde maar ook ervaren kunstenaar bepaalt dat Broadway een kunstwerk is van Jan Henderikse.”1 Het zijn ferme uitspraken die een weerklank lijken van Duchamps reactie op de weigering van The American Society of Independent Artists om Fountain tentoon te stellen, Duchamps op zijn kant geplaatste urinoir uit 1917. Of het object eigenhandig door de kunstenaar is vervaardigd, is volgens Duchamp van geen enkel belang. “De kunstenaar koos het. Hij nam een alledaags gebruiksvoorwerp, plaatste het zo dat de zinvolle bruikbaarheid door nieuwe titel en gezichtspunt verdween; hij creëerde een nieuwe gedachte voor dat object”.2 Hier schampt Jan Henderikse het gedachtegoed van Marcel Duchamp: een ‘nieuwe gedachte’ voor een gekozen en gedecontextualiseerd object – en dat als materialisering van de wens om starre categoriseringen om zeep te helpen en definiëringen van kunst te ondergraven. Jan Henderikse is de man van de lange adem. Met onverstoorbare regelmaat werkt hij, soms maanden, aan de uitwerking en vormgeving van een idee. ‘Keuze’ is bij Henderikse geen impulsieve handeling of vluchtige act. Zijn readymades roepen net als die van Duchamp vragen op van ontologische en epistemologische aard, decennia later maar met evenveel urgentie: vragen over wat kunst is en hoe we dat weten. Ze dwingen ons stil te staan bij de complexe relaties tussen esthetische waarde, gebruikswaarde en ruilwaarde. Henderikses pragmatische benadering staat haaks op de romantische mythe van de kunstenaar als geniale schepper – al vanaf het eind van de jaren vijftig en tot op de dag van vandaag. Al leidt zijn werkwijze, kiezen als gelijkwaardig substituut voor maken, ook weer tot een herformulering en herbevestiging van zijn autoriteit als kunstenaar. Henderikse is in 1962 nauw betrokken bij de totstandkoming van de tentoonstelling NUL in het Amsterdamse Stedelijk Museum. Met Henk Peeters, Armando, Günther Uecker en Yves Klein bespreekt Henderikse voorjaar 1961 in Ueckers Düsseldorfse atelier de opzet van deze tentoonstelling die actuele ontwikkelingen zou moeten tonen, met een sterke nadruk op ‘leegte en monochromie’. NUL opent 9 maart 1962 met werk van de Nederlandse Nul-groep (Armando, Jan Henderikse, Henk Peeters, Jan Schoonhoven – met toevoeging van herman de vries), van het Duitse ZERO (Mack, Piene en Uecker) en van kunstenaars als Arman, Pol Bury, Enrico Castellani, Lucio Fontana, Yayoi Kusama, Piero Manzoni en Christian Megert. Al binnen de context van deze tentoonstelling echter, blijkt Henderikse zeker niet dogmatisch monochroom. Enkele jaren later reconstrueert Henderikse zijn verwijdering van Nul: het was hem te wit geworden, te schoon en academisch, te schwärmerisch ook. Aan de tentoonstellingen ZERO in het Haags Gemeentemuseum in 1964 en Nul negentienhonderd vijf en zestig in het Amsterdamse Stedelijk Museum doet Henderikse niet meer mee. Het voorwoord in de catalogus van laatstgenoemde tentoonstelling spreekt over kunstenaars die terugtreden uit hun werk, over “gemeenschappelijke gedachten” die inspireren tot “(...) haast anonieme werken”.3 Duidelijker kan het contrast met Henderikses werk – tot op de dag van vandaag – haast niet worden verwoord. Henderikse registreert, maar nooit onderkoeld en anoniem. Zijn blik is uitwaarts gericht; zijn werken zijn springlevende en warmbloedige uitdrukkingen van menselijke activiteit in de ruimste zin van het woord. Henderikse zoekt naar het buitengewoon alledaagse, is een scherp observator, maakt “(...) iets unieks, iets eenmaligs” – maar, voegt hij er zelf onmiddellijk aan toe, “dat geldt ook voor de prestaties van een schaatser of een voetbalspeler.”4
Jan Henderikse (Delft, 1937) initieert in 1958 de eerste tentoonstelling van ‘Informele schilderkunst’ in de mensa van de Universiteit Delft. Henderikse is een van de oprichters van de Nederlandse Informele Groep, samen met Armando, Kees van Bohemen, Henk Peeters en Jan Schoonhoven. In 1959 verhuist Henderikse naar Keulen en later naar Düsseldorf, een belangrijk centrum van de naoorlogse avant-garde en bakermat van de Duitse ZERO-groep. In 1961 ontstaat uit de Informele Groep – met uitzondering van Kees van Bohemen – de Nul-groep. Sinds de late jaren 1950 werkt Henderikse met readymades en assemblages, deze laatste veelal opgebouwd uit wat zoal zijn pad kruist: drijfvuil uit de Rijn, kurken en ampullen, later ook nummerborden en muntgeld. Van 1963-’67 woont Henderikse op Curaçao – in 1968 verhuist hij met echtgenote Idi Henderikse-van Henneigen en zoon Jozias naar New York. In de jaren zeventig en tachtig richt Henderikse zich met name op fotografie, film en kunstenaarsboeken. Retrospectieve solotentoonstellingen in Schwerin en Kiel (2007) en recente deelname aan groepstentoonstellingen in Berlijn, Düsseldorf, Nice, Londen, New York, Johannesburg en Tokyo weerspiegelen de toenemende interesse in Henderikses multimediale oeuvre.
Jan Henderikse woont en werkt in Antwerpen en Brooklyn, New York.
1 Alles is Licht, Sherman De Jesus, Memphis Film & Television, 2001. 2 Thierry de Duve, ed., The Definitively Unfinished Marcel Duchamp (Cambridge/Londen, 1991), p. 145 (vertaling AM). 3 Nul negentienhonderd vijf en zestig, tent. cat. Stedelijk Museum Amsterdam (Amsterdam, 1965), dl. 1, ongepag. 4 IJsbrand van Veelen, “Het leggen van onwillekeurige relaties”, Dagblad Het Parool, 5 januari 1991, p. 47. |
|
|
Bovenzaal | ||
---|---|---|
1. | Schóne Grúsze aus dem Iran, 1989 | 2500 Euro |
2. | The mighty green, Multiple 11/200, ed.Galerie Gutsch,Berlin,1993. | 1000 Euro |
3. | Antilliaanse centen II, 2007. | 2200 Euro |
4. | Antilliaanse centen, 100 x 140 cm, 2007. | 12.000 Euro |
5. | Antilliaanse centen I, 2007. | 2200 Euro |
6. | Drie, Multiple 31/100, 2007. | 220 Euro |
7. | Eight dollar shirts, 2006. | 1200 Euro |
8. | The cloud, Antilliaanse centen op doek, 2007. | 12.000 euro |
9. | Grijs, 1959. | 8000 Euro |
10. | Vader en zoon, Assemblage 1962. | 40.000 Euro |
11. | Star, dollarcenten op tectiel, 1968. | 25.000 Euro |
12. | Feel good again,Assemblage 2010 | 12.000 Euro |
13. | Abstract, Rejected photos, 1988 | 5000 Euro |
14. | Composition,2 polaroids, 1987 | 900 Euro |
15. | Abstract,Rejected photos, 1987 | 3000 Euro |
16. | Giesskanne,assemblage, 1987 | 2500 Euro |
17. | Kurken reliéf, 2010 | 3500 Euro |
18. | Zes nummerborden Curacao, 1991. | 3000 Euro |
19. | Cava, Cavides,Xenius etc., 2010 | 2500 Euro |
20. | Xenius, 2010 | 1500 Euro |
21. | F.O. 2007 | 2500 Euro |
22. | Zes antilliaanse nummerborden, 1994 | 5000 Euro |
Benedenzaal | ||
23. | Kalligrafie, 1957 | 1750 Euro |
24. | Kalligrafie, 1957 | 1750 Euro |
25. | Blinddruk, 23/100, 1965 | 800 Euro |
26. | Antwerps snoepgoed, Assemblage,2006 | 1400 Euro |
27. | Jewels, Accumulatie, 2010 | 1200 Euro |
28/29 | Jewels, Accumulatie, 2010 | 950 Euro |
30. | Leonardo, 2006 | 1000 Euro |
31. | Holy Family, 2006 | 1800 Euro |
32. | Dertig Marias, 2006 | 1400 Euro |
33. | Heraldische Engel, 2010 | 6000 Euro |
34. | Lanneret Brand, 2006 | 1200 Euro |
35. | Shirt and watch, 2006 | 1200 Euro |
36, | Lupeizhenpi, 2006 | 2000 Euro |
37. | Bank of Hell I, 2005 | 1500 Euro |
38. | Postzegels Nederland 4 cent groen, 2010 | 3000 Euro |